SV | Toen zeide David: Ik zal weldadigheid doen aan Hanun, den zoon van Nahas; want zijn vader heeft weldadigheid aan mij gedaan. Daarom zond David boden, om hem te troosten over zijn vader. Toen de knechten van David in het land der kinderen Ammons tot Hanun kwamen, om hem te troosten, |
WLC | וַיֹּ֨אמֶר דָּוִ֜יד אֶֽעֱשֶׂה־חֶ֣סֶד ׀ עִם־חָנ֣וּן בֶּן־נָחָ֗שׁ כִּֽי־עָשָׂ֨ה אָבִ֤יו עִמִּי֙ חֶ֔סֶד וַיִּשְׁלַ֥ח דָּוִ֛יד מַלְאָכִ֖ים לְנַחֲמֹ֣ו עַל־אָבִ֑יו וַיָּבֹאוּ֩ עַבְדֵ֨י דָוִ֜יד אֶל־אֶ֧רֶץ בְּנֵי־עַמֹּ֛ון אֶל־חָנ֖וּן לְנַחֲמֹֽו׃ |
Trans. | wayyō’mer dāwîḏ ’e‘ĕśeh-ḥeseḏ ‘im-ḥānûn ben-nāḥāš kî-‘āśâ ’āḇîw ‘immî ḥeseḏ wayyišəlaḥ dāwîḏ malə’āḵîm lənaḥămwō ‘al-’āḇîw wayyāḇō’û ‘aḇəḏê ḏāwîḏ ’el-’ereṣ bənê-‘ammwōn ’el-ḥānûn lənaḥămwō: |
Toen zeide David: Ik zal weldadigheid doen aan Hanun, den zoon van Nahas; want zijn vader heeft weldadigheid aan mij gedaan. Daarom zond David boden, om hem te troosten over zijn vader. Toen de knechten van David in het land der kinderen Ammons tot Hanun kwamen, om hem te troosten,
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide David: Ik zal weldadigheid doen aan Hanun, den zoon van Nahas; want zijn vader heeft weldadigheid aan mij gedaan. Daarom zond David boden, om hem te troosten over zijn vader. Toen de knechten van David in het land der kinderen Ammons tot Hanun kwamen, om hem te troosten,
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!